De tuin van Mies

De tuin van Mies was eerst een tuin.
Dit was in 1982:

Maar toen gingen Mies en haar man Nelis op visite bij Ab Wolders,
die had een visvijver.
“Oh wat mooi!” – Nelis was er helemaal gek van.
“Maar waarom doe jij dat niet? Je hebt er zo’n mooie ruimte voor!”
En ja hoor.. Daar ging Mies’ appelboompje.

Het was besloten: we maken een vijver en meteen een grote.
Want anders maak je een kleintje en wil je hem toch weer groter
en groter en groter en zo blijf je aan de gang.
Met vier man – Nelis en drie vrienden –
hebben ze met grote schoppen de vijver zitten scheppen.
Allemaal vrienden uit de wijk.

De vijver zag er zo uit:

Maar eigenlijk had Mies meer plezier aan de tuin zoals die vroeger was.

Wanneer de vissen ziek waren, kwam er een vissendokter.
Dan moest Mies de zieke vis beethouden.
Van die grote vissen, hartstikke eng.
Als Mies ’s avonds wist dat ze de volgende dag een vis moest vangen, dan sliep ze niet.

Het was een hoop werk.
“Wij hadden geen vissen, de vissen hadden ons.”

Na het overlijden van Nelis heeft Mies de vissen allemaal weggedaan,
want het was geen doen.
Iedere keer er iets misging, moest ze haar neef erbij halen.
Om de pomp schoon te maken,
of dan was de zuurstof weer niet goed
of de elektriciteit kapot.
Op den duur wilde ze er vanaf.
Agnes en haar vrienden hebben haar daar heel goed mee geholpen.
Alleen had Mies het nooit gered.

Toen alle vissen weg waren, zat Mies nog met dat grote gat.
Ze zat er echt mee: hoe moest ze dat ding weer dichtkrijgen?
Al dat zand, dat kost een bak geld.
En er lagen grote stenen omheen, die kon je niet zomaar optillen.

Toen kwam De Nieuwe Unie, met de vraag of Mies de kwekerij kwijt wilde.
“Ga je gang,” zei Mies. “Zolang ik maar een klein stukje overhoud.
Ik heb maar een klein stuk nodig.”

Mies is blij met hoe De Bajonet geworden is.
In het theehuis van De Bajonet zie je nog een geul.
Daar zaten ook vissen in, om te kweken.

Mies heeft een aantal foto’s bewaard, maar niet allemaal.
De meesten waren vis vis vis vis vis.
Voor Mies is de ene vis net zo als de andere.

(Opgetekend bij Pameijer Klus & Werk op 14 juni 2018)